Veelgestelde vragen

Bekijk alle vragen

Veelgestelde vragen over de toekomst van het fonds van werknemers

  • Waarom bouw ik vanaf 1 januari 2025 geen pensioen meer op bij Rijn- en Binnenvaart?

    Een pensioenfonds is alleen verplicht als genoeg werkgevers lid zijn van de branchevereniging. Dat is al jaren niet meer het geval. De minister besloot daarom in 2021 om de verplichting om deel te nemen in de regeling op 1 januari 2025 te laten vervallen. Vanaf dan is de werkgever niet meer verplicht om zijn pensioenregeling door ons fonds te laten verzorgen.

    Het kan zijn dat we dan steeds minder deelnemers hebben. Maar die deelnemers zouden dan wel hetzelfde bedrag aan kosten moeten betalen. De opbouw van pensioenaanspraken zou dan steeds duurder worden. Wij vinden dat onverantwoord. Daarom stoppen we vanaf deze datum met de opbouw van pensioenaanspraken. Natuurlijk zorgen we ervoor dat alles wat u bij ons hebt opgebouwd veilig bij ons blijft. We blijven zorgen voor uw pensioengeld en betalen uw uitkering wanneer u al met pensioen bent. En ook wanneer u binnenkort met pensioen gaat.

  • Moet ik vanaf 1 januari 2025 nog pensioenpremie betalen?

    Niet meer aan ons, maar mogelijk wel aan een andere pensioenuitvoerder. Dat hangt af van de keuze die uw werkgever en u samen maken. Die keuze geldt voor uw pensioenopbouw na 1 januari 2025. Maar let op: u betaalt de pensioenpremie via een inhouding op uw bruto salaris. Hoeveel dat is, ziet u op uw loonstrook. Uw werkgever betaalt de pensioenpremie nu aan ons. Vanaf 2025 doet hij dat mogelijk aan een andere partij.

Bekijk alle vragen

Veelgestelde vragen over de toekomst van het fonds van werkgevers

  • Wat gaat er gebeuren na 1 januari 2025?

    Vanaf 1 januari 2025 stopt de opbouw in de pensioenregeling van BPF Rijn- en Binnenvaart. U hoeft vanaf dat moment geen pensioenpremie meer aan ons fonds te betalen. Houd er wel rekening mee dat u een pensioenregeling heeft afgesproken met uw werknemers. Deze moet u dan bij een andere pensioenuitvoerder onderbrengen.

    Misschien kunt u ook aansluiten bij de pensioenregeling die Vakbond Nautilus en werkgeversorganisatie Koninklijke Binnenvaart Nederland samen afspreken. Of deze pensioenregeling past bij de afspraken die u met uw werknemers maakt, is ter beoordeling aan uzelf. Start hier op tijd mee, liefst nog voor het eind van dit jaar.

  • Moet ik vanaf 1 januari 2025 nog pensioenpremie betalen?

    Niet meer aan ons, maar misschien wel aan een andere pensioenuitvoerder. Op 1 januari 2025 stopt de pensioenopbouw bij ons fonds. U betaalt dan ook geen pensioenpremie meer aan ons. Of -en aan wie- u daarna pensioenpremie betaalt, hangt af van de keuze die u samen met uw werknemers maakt voor uw pensioenregeling vanaf 1 januari 2025.

Bekijk alle vragen

Top 5 vragen van werknemers

  • Hoeveel pensioen ontvang ik later?

    Het pensioenfonds stuurt u jaarlijks een pensioenoverzicht. Dit noemen we het Uniform Pensioenoverzicht (UPO). Hierop staat hoeveel pensioen u straks ongeveer krijgt. U ziet ook hoeveel u nu al hebt opgebouwd. Hoeveel u straks ontvangt, hangt af van:

    • hoeveel u gemiddeld verdient
    • hoelang u hebt meegedaan aan de pensioenregeling
    • welke keuzes u maakt
    • wanneer u met pensioen gaat

     

  • Wat kost mijn pensioen?

    Het prijskaartje van het pensioen noemen we premie. U betaalt die premie samen met uw werkgever. Hoeveel u precies betaalt, staat op uw loonstrook.

Bekijk alle vragen

Top 5 vragen van werkgevers

Bekijk alle vragen

Werkgevers: vragen over aangifte en nota's

  • Hoe bepaal ik mijn aangiftefrequentie?

    Voor een correcte verwerking in onze administratie is het van belang om te weten of u vierwekelijks of maandelijks verloont. De aanlevermomenten aan het pensioenfonds lopen gelijk aan de frequentie van de verloning. Een vierwekelijkse verloning betekent dat u dertien aanlevermomenten aan het pensioenfonds hebt, een maandelijkse verloning betekent dat u twaalf aanlevermomenten aan het pensioenfonds hebt. Geef ons per e-mail door wat voor u van toepassing is. Vermeld daarbij uw werkgeversnummer. Indien wij geen reactie van u hebben ontvangen, gaan wij ervan uit dat u maandelijks, dus twaalf keer, gegevens gaat aanleveren.

  • Hoe lever ik met terugwerkende kracht gegevens aan?

    Maakt u gebruik van Uniforme Pensioenaangifte? Dan kunt u de gegevens met terugwerkende kracht aan ons aanleveren via een pensioenaangifte-bericht. Ook kunt u wijzigingen doorgeven op Mijn Pensioendministratie.

    Als u géén gebruik maakt van UPA gebruikt u Mijn Pensioendministratie voor het doorgeven van gegevens en eventuele wijzingen.

     

Bekijk alle vragen

Werkgevers: vragen over Pensioen Aangifte

Bekijk alle vragen

Vragen over de pensioenregeling

Bekijk alle vragen

Vragen over trouwen en samenwonen

Bekijk alle vragen

Vragen over scheiden en uit elkaar gaan

Bekijk alle vragen

Vragen over ziekte en overlijden

Bekijk alle vragen

Vragen over een nieuwe baan

Vragen over verhuizen

Bekijk alle vragen

Vragen over met pensioen gaan

Bekijk alle vragen

Vragen over het pensioenoverzicht

  • Wat vindt u op Mijnpensioenoverzicht.nl?

    U krijgt een overzicht van hoeveel pensioen u in totaal kunt verwachten als u met pensioen gaat:

    • hoeveel AOW-pensioen u ontvangt van de overheid
    • hoeveel aanvullend pensioen u daarnaast tot nu toe hebt opgebouwd tijdens uw loopbaan
    • bij welke pensioenfondsen en -verzekeraars u pensioen hebt opgebouwd
    • hoeveel pensioen u in totaal kunt opbouwen als uw situatie niet verandert
    • hoeveel uw nabestaanden krijgen als u komt te overlijden

    Deze cijfers worden 3 keer per jaar geactualiseerd.

    Daarnaast vindt u uw gezamenlijk pensioen als u samen met uw partner inlogt en een overzicht van uw pensioen op 3 verschillende ingangsdata:

    • 2 jaar voor uw AOW-datum
    • op uw AOW-datum zelf, en
    • 1 jaar na uw AOW-datum
  • Hoe vaak krijg ik een pensioenoverzicht?

    U krijgt elk jaar een pensioenoverzicht. Als u niet meer deelneemt aan onze pensioenregeling krijgt u één keer in de vijf jaar per post een pensioenoverzicht. Online is er ook voor u elk jaar een nieuw pensioenoverzicht beschikbaar. Dit kunt u downloaden vanaf de beveiligde omgeving Mijn Pensioencijfers van deze website.

Bekijk alle vragen

De belangrijkste wijzigingen van het nieuwe pensioenstelsel

  • Pensioen sneller omhoog én omlaag

    Uw pensioen beweegt straks meer mee met de economie en de financiële markten dan nu.

    Gaat het goed met de economie en verdienen we geld met beleggen? Dan gaat uw pensioen sneller omhoog. Gaat het minder goed? Dan gaat uw pensioen sneller omlaag. Dat komt doordat de hoogte van het pensioen anders wordt bepaald.

    Nu is het nog zo dat het aantal dienstjaren, het opbouwpercentage, het salaris en de hoogte van de AOW de hoogte van het pensioen bepalen. Straks bepalen de ingelegde premies en het beleggingsrendement hoeveel pensioenkapitaal er voor uw pensioen is. We hebben dan niet meer te maken met de rekenrente. En ook niet meer met de dekkingsgraad als graadmeter of de pensioenen omhoog of omlaag gaan.

  • Kiezen uit een gezamenlijke of een eigen pensioenpot

    Er komen straks twee regelingen. Dat zijn allebei zogenaamde ‘premieregelingen’. Daarin staan geen afspraken over de hoogte van uw pensioen, maar over het geld dat uw werkgever en u betalen (of betaald hebben) voor uw pensioen.

    Welke regeling wij krijgen, is nu nog niet bekend. De vakbonden en werkgevers kiezen een van de twee varianten voor 1 januari 2025.

    1. Gezamenlijke pensioenpot
      Ofwel de ‘solidaire premieregeling’. Het pensioengeld wordt samen in één gezamenlijke pensioenpot belegd. Daaruit worden de pensioenen betaald. Elk jaar krijgt de deelnemer een inschatting van zijn of haar deel van de gezamenlijke pensioenpot en een inschatting van het pensioen dat de deelnemer straks krijgt. Die inschatting zal ieder jaar anders zijn.

      Er gaat ook geld naar een ‘buffer’ om financiële tegenvallers op te vangen. Bijvoorbeeld als het slechter gaat met de beleggingen. De vakbonden en werkgevers bepalen onder meer hoe de mee- en tegenvallers worden verdeeld onder iedereen die bij het fonds een pensioen heeft staan.

    2. Een eigen pensioenpot
      Ofwel de ‘flexibele premieregeling’. Ook in deze variant wordt het pensioengeld belegd. Maar de deelnemer bouwt pensioenkapitaal op in een eigen pensioenpot. Het fonds neemt meer risico met beleggen als de deelnemer jong is en nog ver van het pensioen afstaat. Zo neemt de kans op een hoger pensioen toe. Als de deelnemer ouder wordt en dichter bij het pensioen komt, neemt het fonds minder risico met beleggen. Daardoor verandert er niet veel meer aan het pensioen vlak voor de pensioendatum. In deze variant is er geen verplichte buffer. Het kan wel zijn dat er eentje komt, maar dat moet niet.